Oct 2014
De discussie over de kosten van de steun aan hernieuwbare energie die de jongste dagen plaatsvindt, lijkt meer op een spelletje zwartepieten, als dat nog een politiek correcte term is, dan op een discussie over energiebeleid. Ik wens niet in te gaan op wie de schuld heeft voor de opgestapelde schuld. Uiteindelijk zal het de eindverbruiker zijn die betaalt, ofwel via de elektriciteitsrekening of via de belastingen. Daarbij gaat het niet alleen over de zonne-energie, maar ook over biomassa, warmtekrachtkoppeling en windenergie op land en op zee. De huidige rekening is zeker niet de eindrekening: de steun voor zonnepanelen is toegekend voor 20 jaar en we zullen dus nog minimaal 15 jaar verder betalen, tenzij men ingrijpt.
De steun voor zonne-energie is lange tijd veel te hoog geweest. Dat is jammer, want als men die op een redelijk niveau gehouden had, was het heersende negatieve gevoel ten opzichte van de energietransitie naar een koolstofarme economie er niet geweest. De lobbygroepen die gepleit hebben voor de hoge steun hebben gekeken naar een kortetermijngewin en niet naar de opbouw van een breed draagvlak op lange termijn. Zonder meer moet dat de basis zijn voor een toekomstig energiebeleid. Ook Duitsland kent stevige steun voor hernieuwbare energie, maar de kosten worden transparant naar de verbruiker gecommuniceerd en de industrie wordt van meerkosten vrijgesteld. De regering gaat de discussie met de burgers aan en neemt hen mee op het pad van de ‘Energiewende’. Met andere woorden, een degelijke aanpak is mogelijk.
De politiek moet ophouden met bepaalde technologieën te kiezen, want het verleden heeft uitgewezen dat ze daar zeer slecht in is. Telkens werd iets nieuws gelanceerd met ofwel grote kosten ofwel weinig resultaat. Een globaal kader is veel meer de politieke opdracht.
Nieuwe energiebronnen moeten ook in de toekomst bij hun introductie steun kunnen krijgen, maar nooit zo hoog en zo lang dat hun winstgevendheid exorbitante vormen aanneemt. Eerder dan met steun bij de productie van energie zou men moeten werken met investeringssteun bij het opzetten van proefprojecten. Zodra de technologie haar kans gehad heeft, moet de steun snel worden afgebouwd en moet ze marktconform voortwerken.
Hernieuwbare energie vergt intelligentie in het elektriciteitsnet. De afstemming van de vraag op het aanbod van elektrische energie is mogelijk via slimme systemen ingevoerd door de netbeheerders of door andere marktpartijen. Het Linear-proefproject dat de industrie samen met de onderzoeksinstellingen EnergyVille (de samenwerking van KU Leuven, VITO en IMEC voor energie) en iMinds heeft opgezet, toont aan dat er veel mogelijkheden zijn als het regelgevend kader die technische opportuniteiten zou toelaten.
Dat vergt een fundamentele wijziging van de tarieven. Weg van het aanrekenen van de verbruikskosten per uur, en overschakelen naar het doorrekenen van de kosten voor het gebruik van het net en voor energiediensten. Veel meer dan een marginale discussie over netvergoeding voor zonnepanelen dient dat het discussieonderwerp te zijn. Dan kunnen nieuwe technologieën ingang vinden: als u bijvoorbeeld wenst uw overschot aan zonne-energie aan het net door te geven, dan betaalt u ervoor. U kunt de energie ook zelf gebruiken door uw apparaten thuis in functie van de zonneschijn te sturen, of zelfs stockeren in een batterij of in uw elektrisch voertuig. Nieuwe spelers zullen op de markt komen, nieuwe systemen worden ontwikkeld, zoals dat het geval is in de telecommarkt.
De politiek moet zorgen voor een kader: zeg hoeveel hernieuwbare energie er in het systeem moet komen en laat dan de keuzes aan de marktactoren.
Waar de politiek moet voor zorgen, is een kader: zeg hoeveel hernieuwbare energie in het systeem moet komen en laat dan de keuzes aan de marktactoren. Laat nieuwe dingen toe zoals het lokaal uitwisselen van energie, en beperk dat niet tot elektriciteit. Koppel de warmtevraag met het elektriciteitsaanbod via opslag en warmtepompen. Energie-efficiëntie is een essentieel element in het geheel, vraagsturing kan de piekvraag verminderen. Laat de politiek niet bepalen door drukkingsgroepen, maar baseer de beslissingen op internationaal afgestemd wetenschappelijk onderzoek en stem de Vlaamse politiek af op die van de ons omringende landen.
En vooral, ga de discussie aan met de bevolking. Informeer iedereen over de kosten en zorg ervoor dat de energietransitie daardoor een breed draagvlak krijgt. Het Vlaamse regeerakkoord geeft daartoe een aanzet.
Bron: de Tijd