Wat is Installatierendement?
Het Installatierendement is een maat voor de efficiëntie van verwarmingsinstallaties. Het geeft aan hoeveel procent van de gebruikte energie (vaak elektriciteit of gas) daadwerkelijk wordt omgezet in bruikbare warmte. Hoe hoger het installatierendement, hoe efficiënter de installatie werkt.
Nieuwe Vereisten voor Installatierendement
Verplichte Minimale Installatierendementen
Vanaf 2025 moeten alle centrale verwarmingssystemen in nieuwbouw- en IER-projecten een minimaal installatierendement van 130% hebben. Deze eis geldt voor zowel woongebouwen net als niet-residentiële gebouwen met water als afgiftemedium. Hierdoor is het niet langer toegestaan om enkel gebruik te maken van ketels op fossiele brandstoffen; er zal ten minste een warmtepomp moeten worden bijgeplaatst.
Uitzonderingen op de Regel
Het minimale installatierendement geldt niet voor warmtenetten en luchtverwarmingssystemen zoals lucht-luchtwarmtepompen. Deze systemen zijn vrijgesteld van de nieuwe eisen.
Wetgeving en Handhaving
Energiebesluit van 3 mei 2024
De nieuwe regelgeving is vastgelegd in het Energiebesluit van 3 mei 2024. Dit besluit is een onderdeel van de bredere strategie om het gebruik van fossiele brandstoffen te verminderen. Naast de eisen voor het installatierendement, wordt er vanaf 1 januari 2025 ook een gasaansluitingsverbod van kracht voor nieuwbouwprojecten.
Boetes voor Niet-Naleving
Het niet voldoen aan de nieuwe installatierendementseisen kan leiden tot boetes. Deze boetes zijn vastgelegd in het Energiedecreet (artikelen 13.4.6 en 13.4.7) en zijn afhankelijk van de mate van afwijking van de vereiste 130% en de bruto vloeroppervlakte van het gebouw. Per procent afwijking en per m² bruto vloeroppervlakte wordt 1 euro boete aangerekend, met een maximum van 25 euro per m².
Hoe Installatierendement te Berekenen
Rekenmethode
De rekenmethode om het installatierendement te bepalen, is te vinden in bijlage V (10.6) en bijlage VI (7.7) van het Energiebesluit. Bij een enkele opwekker komt het installatierendement overeen met het opwekkingsrendement van die opwekker. Bij meerdere opwekkers wordt een gewogen gemiddeld installatierendement berekend, afhankelijk van de vermogens van de opwekkers.
Implementatie in EPB-software
De nieuwe eisen zullen worden geïntegreerd in de EPB-software die in het najaar van 2024 wordt uitgebracht. Gebruikers van de software hoeven geen extra gegevens in te voeren, omdat het opwekkingsrendement al wordt berekend voor het E-peil.
Conclusie
De invoering van een minimaal installatierendement vanaf 2025 markeert een belangrijke stap in de overgang naar duurzamere verwarmingsoplossingen. Voor zowel nieuwbouw als ingrijpende energetische renovaties betekent dit dat fossielvrije verwarming de norm wordt. Zorg ervoor dat uw projecten voldoen aan deze nieuwe eisen om boetes te voorkomen en bij te dragen aan een duurzamere toekomst.
Heeft u vragen over hoe deze wijzigingen van invloed zijn op uw bouwprojecten? Neem contact op met ons voor deskundig advies en ondersteuning bij de implementatie van deze nieuwe regelgeving.